Paul Jambers interviewt Serge Simonart

Je hebt jezelf een grote uitdaging gesteld: een zeer romantisch boek schrijven over twee mensen die zich niet kunnen uiten omdat ze na een hersenbloeding verlamd in een revalidatiecentrum zitten. Zelf heb ik ooit een reportage gemaakt over comapatiënten. Ook dat was een uitdaging want zij vielen natuurlijk niet te interviewen. Maar deze roman ‘Verlangen’ verplaatst zich méér in de denkwereld en gevoelswereld van twee geliefden die zich niet kunnen uiten, omdat een schrijver zich natuurlijk kan inbeelden wat zij denken en voelen. Vertel misschien eerst iets over waarom je dit uitgangspunt koos?

Er bestaan een ziljoen boeken over de liefde. Maar die gaan veelal over extreme aspecten van de liefde: stalking, overspel, incest, bittere echtscheiding… Je hebt ook macho schrijvers die het er enkel om te doen is om te beschrijven hoeveel vrouwen ze in hun bed hebben gekregen. Ik wilde daarentegen een origineel en ontroerend boek schrijven over een onderbelicht aspect van de liefde, het verlangen. Ook dàt is herkenbaar, want iedereen is wel ‘ns afgewezen of verliefd geworden op iemand die onbereikbaar was – bijvoorbeeld omdat ze getrouwd is met een bekende televisieinterviewer, om een willekeurig voorbeeld te noemen…’

(Monkelend) Alles is mogelijk, natuurlijk.

Verlangen kan een leven beheersen en iemand verteren, en toch wordt het vaak onderschat of kapotgerelativeerd. Dat begint al in de puberteit met schampere woorden als ‘kalverliefde’, terwijl we allemaal weten dat verlangen ook op die leeftijd enorm ingrijpend kan zijn en die puber dat niét kan relativeren. Ik wilde een verhaal schrijven waarin dat brandende verlangen niét wordt gerelativeerd maar ernstig genomen. De hoofdpersoon, die indertijd werd afgewezen door zijn aanbedene, hoopt nu het noodlot hen heeft samengebracht op een herkansing. 

Jouw hoofdpersonages zijn verlamd, al dan niet in coma… Zij kunnen geen enkel echt initiatief nemen. Het verlangen zal nooit bevredigd kunnen worden. Waarom koos je voor die ongewone situatie?

Ze liggen niét in coma. De hersenbloeding heeft hen weliswaar verlamd en hun spraakvermogen en hun tastzin tijdelijk aangetast, maar ze kunnen nog zien, horen, voelen, denken… En ze revalideren langzaam en hopen op volledig herstel. Ik koos die toestand om verschillende redenen. Ten eerste is het een uitdaging een boek te schrijven waar schijnbaar niets in gebeurt. En het ontbreken van echte actie maakt dat ik me kon concentreren op wat écht telt: gevoelens en gedachten. De intensiteit van het verlangen wordt nog groter als alle andere opties en impulsen wegvallen. Met andere woorden: als je de buitenwereld elimineert, kan je je volledig concentreren op het innerlijk. Hun isolement intensifiëert het verlangen en vertraagt de tijd. En vermits ik de alwetende schrijver ben, kan ik die gevoelens onder woorden brengen, wat een journalist of documentairemaker niet kan. Integendeel: in de buitenwereld, in de realiteit, verbergen we onze gevoelens vaak. Dat is een van de grote troeven van fictie: je kan blootleggen wat anders verborgen blijft. 

Je boek gaat over verlangen, niet over verleiden. 

Ja, da’s een belangrijke nuance. Verlangen is een pure emotie. Verleiden is dat niet, verleiden impliceert berekening, tactiek, sluwheid. Flirten is nog iets anders, da’s oppervlakkiger. Zoals gezegd wilde ik een verhaal schrijven dat de liefde ernstig neemt, en je kan de liefde niet ernstiger nemen dan mijn hoofdpersonage Johan, een man die een leven lang hunkert naar één vrouw met uitsluiting van alle andere. Intens verlangen is een vorm van tunnelvisie. En ook dat aspect intrigeerde me: onbeantwoord verlangen is iets dat eigenlijk niét gebeurt maar toch kan het een leven beheersen. Ik werd omstreeks 2000 geïnterviewd en toen bedacht ik dit bon mot: mensen hebben altijd de neiging om te denken dat hun leven een mislukking is als er een grote allesverzengende liefde in ontbreekt, terwijl het net zo goed kan dat net die grote liefde de oorzaak wordt van een mislukt leven. 

In het verleden kocht jouw hoofdpersonage Johan voor Helena een lingeriesetje zodat ‘haar vriend ervan kon genieten’. Is dat niet wat pervers? 

Neen, en evenmin masochistisch. Natuurlijk kocht Johan dat niet voor haar opdàt die andere man ervan kon genieten. Wat je citeert is slechts een detail, maar zo gaat dat in het leven: je geeft iemand een geschenk met blijvende waarde, de relatie raakt uit en in de praktijk heeft haar volgende partner er het voordeel van. 

Is verlangen dat zo groot en zo absoluut is eerder uitzonderlijk en zeldzaam denk je?

Neen, geenszins. Maar mensen lopen daar natuurlijk niet mee te koop. Als je kijkt naar de kunsten: tal van artistieke werken waren het rechtstreekse gevolg van onvervuld verlangen. Hector Berlioz schreef een hele symfonie die werd geïnspireerd en was opgedragen aan een vrouw die hem afwees. Handel heeft een volledige opera gebaseerd op een vrouw die hem afwees. Richard Wagner schreef aan zijn vriend Liszt: ‘Ik heb nooit het geluk van de liefde gekend en daarom heb ik met deze opera een monument voor de liefde gecomponeerd.’ Dat was ‘Tristan und Isolde’, een van de mooiste en meest romantische en larmoyante opera’s aller tijden. Ook de Catalaanse architect Antonio Gaudi, die in Barcelona die prachtige gebouwen neerzette is 76 geworden maar is nooit getrouwd, omdat zijn aanbedene zijn verlangen niet beantwoordde. Al in de middeleeuwen wordt la belle dame sans mercibeschreven, een muze waarnaar de ridders verlangen maar zij ziet hen niet staan. Onbeantwoord verlangen is van alle tijden. 

Het personage van Helena is een aantrekkelijke, boeiende vrouw. Maar niet noodzakelijk een warmhartige vrouw? Mijn vrouw is een romantisch persoon. Ik las haar enkele fragmenten voor en zij merkte op: ‘Die vrouw is wel een koele kikker.’ Soms lijkt het alsof zij Johan vernedert en hij dat haast masochistisch ondergaat? Hij wentelt zich in het verlangen. 

Neen, enkel een koele, nuchtere lezer zou denken ‘Ach, als vrouw A niet geïnteresseerd is, dan kan hij toch gewoon vrouw B pakken? Er zijn vrouwen genoeg!’ Maar zo denkt een volbloed romantische ziel natuurlijk niet. Helena is wel warmhartig, maar ’t is voorlopig een geval van ‘laat ons liever vrienden blijven’ – een zinnetje dat afgewezen geliefden vooral niet willen horen. En, zoals op het einde blijkt, ook zij draagt een geheim met zich mee, waardoor ze niet openlijk kan en wil ingaan op zijn verlangen. En hij kiest ervoor om te blijven verlangen naar haar – zij of niets. Da’s natuurlijk een zeer romantische, ouderwetse, anachronistische houding. Want wij leven in een tijdperk van Tinder en Grinder en andere datingsites waar vrijblijvend promiscue gedrag wordt aangemoedigd. Maar die oppervlakkigheid wijst mijn hoofdpersoon Johan net af. In die zin is mijn roman een anti-porno boek en een anti-Twitter boek. Johan is, net zoals ik, meer het type dat halstarrig ouderwetse handgeschreven brieven blijft schrijven. Mijn roman is daarom ook opzettelijk een trààg boek. En mijn hoofdpersonage is een beschaafd mens, een architect die lijnrecht staat tegenover de opportunistische verleider die op café of in een discotheek om het even wie versiert. 

In hoeverre speelt hun fysieke toestand een rol in het verlangen? Ik heb de indruk dat hun tijdelijke fysieke aftakeling het verlangen nog versterkt. 

Wel, een van de andere impulsen die me deden besluiten om dit verhaal te schrijven is dat de medische wetenschap pas zeer recent heeft bewezen dat onvervuld verlangen en liefdesverdriet réchtstreeks hartfalen kunnen veroorzaken. Ik vermoedde dat al heel lang. Voor de gezonde mens zijn liefdesverdriet en rouw volgens mij de meest ingrijpende, schadelijke emoties. 3% van alle hartaanvallen worden veroorzaakt door liefdesverdriet. 3% lijkt weinig, maar dat zijn wereldwijd duizenden mensen per dag! 

Verlangen is hunkeren naar iets wat je nog niet hebt. Maar wat heeft verlangen eigenlijk met liefde te maken? 

Alles! Ze zijn onafscheidelijk: geen liefde zonder verlangen, geen verlangen zonder een vorm van liefde of begeerte. Liefde is verlangen. Liefde begint met verlangen. Zonder verlangen geen begin van liefde, geen verleiden, geen relatie. Verlangen is àlles, heeft te maken met àlles. Ook ambitie is een vorm van verlangen, enzovoort. 

Kan je leven zonder verlangen? 

Dat kunnen denk ik enkel koele kikkers, mensen die heel pragmatisch en zakelijk redeneren en wier gevoelsleven op een heel laag pitje staat. Soms benijd ik die mensen. Onlangs las ik een interview met professor Vermeersch, die ik waardeer, maar hij zei heel nuchter dat romantiek en passie tijdverlies zijn en dat schwärmende verliefde mensen in zijn ogen marsmannetjes zijn. Misschien helpt die houding hem om zich te concentreren op zijn werk, maar mij lijkt het een schraal leven. 

Ben je zelf een romanticus? Neem je de liefde zo ernstig? 

Ja. Eén voorbeeld. Ik werd een paar keer gevraagd om deel te nemen aan het televisieprogramma ‘Mag ik u kussen?’ met Bart Peeters. Daarin moeten kandidaten dingen naar de gunsten van een vrouwelijke BV. Ik kon mezelf er niet toe brengen om dat te doen, omdat ik niet wilde faken dat ik interesse had in BV a of b die ik niet kende en voor wie ik in werkelijkheid niets voelde. Ik wilde ook niet veinzen dat ik die wilde kussen. Iemand die pragmatischer denkt redeneert dan ‘Ach, ’t is maar alsof, ’t is mààr een tv programma, wat maakt het uit?’ Maar ik kan de liefde en al wat erbij hoort niet zien als een spel. 

Wel, mijn vrouw Pascale is daar ook voor gevraagd en ze heeft ook geweigerd. Zo, ik dank je voor dit gesprek over dit unieke boek dat echt aanzet tot nadenken over liefde en relaties.